$11
OM-cassatie. Hof heeft OM n-o verklaard in vervolging t.z.v. rijden onder invloed (art. 8 WVW 1994)
OM-cassatie. Hof heeft OM n-o verklaard in vervolging t.z.v. rijden onder invloed (art. 8 WVW 1994) wegens schending van beginselen van goede procesorde, nu strafvervolging is gestart terwijl verdachte onderzoek naar rijgeschiktheid heeft afgerond bij CBR. Ontvankelijkheid OM in vervolging bij recidiveregeling art. 123b WVW 1994. HR herhaalt relevante overwegingen uit HR:2012:, HR:2013:7 en HR:2019:1633 m.b.t. niet-ontvankelijkheid OM in de vervolging o.g.v. onverenigbaarheid (voortzetting) vervolging met beginselen van goede procesorde. Hof heeft vastgesteld dat onherroepelijke veroordeling t.z.v. tlgd. feit tot gevolg heeft dat rijbewijs van verdachte o.g.v. art. 123b WVW 1994 van rechtswege geldigheid verliest. Hof heeft vervolgens geoordeeld dat gelet op dit gevolg en bijzondere omstandigheden van het geval sprake is van “zodanige, aperte onverenigbaarheid van vervolgingsbeslissing dat (verdere) vervolging onverenigbaar is met verbod van willekeur”. Dat oordeel is ontoereikend gemotiveerd in het licht van de voor deze beslissing geldende zware motiveringseisen, in aanmerking genomen dat omstandigheid dat verdachte al bestuursrechtelijke maatregelen heeft ondergaan, niet met zich brengt dat beslissing om verdachte te vervolgen wegens het herhaald rijden onder invloed apert onevenredig is. Weliswaar heeft recidiveregeling van art. 123b WVW 1994 bij onherroepelijke veroordeling tot gevolg dat geldigheid rijbewijs komt te vervallen maar daaruit volgt niet dat, gelet op o.m. belang van normhandhaving door berechting strafrechter, iedere grond voor vervolging wegens rijden onder invloed ontbreekt. Daarbij staat niets eraan in de weg dat strafrechter het gevolg van art. 123b WVW 1994 bij de strafoplegging betrekt (vgl. HR:2018:2350).
Volgt vernietiging en terugwijzing.